Belanghebbenden zijn het niet eens met WOZ-beschikkingen en aanslagen die zij als erfgenamen hebben gekregen voor een bovenwoning en woonwinkelpand. Zij stellen dat de heffingsambtenaar bij de WOZ-waardering ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de omstandigheid dat de toegang tot de bovenwoning niet is gelegen "op eigen grond".
Hof Den Haag oordeelt dat belanghebbenden genothebbende krachtens eigendom zijn van de bovenwoning met inbegrip van de toegang tot de bovenwoning. Dat dit laatste niet zonder meer is op te maken uit de kadastrale registratie, heeft naar oordeel van het hof geen invloed op de prijs die de meestbiedende koper zou besteden na aanbieding ten verkoop van de bovenwoning op de meest geschikte wijze na de beste voorbereiding. Dit omdat aanbieding ten verkoop van de bovenwoning na de beste voorbereiding onder meer inhoudt dat onduidelijkheden over de eigendomssituatie tijdig worden opgehelderd. Bovendien brengen de waarderingsficties van art. 17 lid 2 Wet WOZ mee dat bij de waardering op grond van de Wet WOZ aan vrijwillig aanvaarde beperkingen van het genot krachtens eigendom voorbij dient te worden gegaan. Het hof verklaart het hoger beroep van belanghebbenden ongegrond en handhaaft de bestreden WOZ-beschikkingen en aanslagen.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 27 oktober