Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er onduidelijkheid bestaat over de feiten, en dat dit niet voor rekening van X mag komen. Nu de inspecteur geen duidelijkheid kan verschaffen over de gang van zaken met betrekking tot de navorderingsaanslagen IB/PVV en VB over de jaren 1998 - 2000, vernietigt het hof deze aanslagen.

Belanghebbende, X, houdt sinds medio 1998 een rekening aan bij Jyske Bank (Schweiz). De inspecteur legt IB-navorderingsaanslagen aan X op over de jaren 1998-2007. Enerzijds in verband met de Zwitserse bankrekening, anderzijds omdat X beneficial owner is van een Gibraltarese vennootschap, A Ltd. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X de Zwitserse bankrekening niet in zijn IB-aangiften heeft verantwoord. Volgens de rechtbank is er dan ook sprake van kwade trouw en kon de inspecteur tot navordering overgaan. Met betrekking tot het fictief rendement van A Ltd. wijst de rechtbank er op dat, in een procedure van A Ltd., is vastgesteld dat A Ltd. niet in Gibraltar is gevestigd, maar in Nederland. De inspecteur heeft derhalve ten onrechte rekening gehouden met een fictief rendement, nu er geen sprake is van een niet in Nederland gevestigde vennootschap. De rechtbank vermindert de navorderingsaanslagen over de jaren 1998-2000 en vernietigt de navorderingsaanslagen over de jaren 2001-2007.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er onduidelijkheid bestaat over de feiten en dat dit niet voor rekening van X mag komen. Het hof overweegt daarbij dat X stellig en gemotiveerd heeft bestreden dat voor 1999/2000 geen aangifte is ingediend. Nu de inspecteur geen duidelijkheid kan verschaffen over de gang van zaken met betrekking tot de aanslagen over deze jaren, kan volgens het hof niet worden geconcludeerd dat X opzettelijk geen of een onjuiste aangifte heeft gedaan. Het hof vernietigt dan ook de navorderingsaanslagen IB/PVV en VB over de jaren 1998 - 2000. Vervolgens stelt het hof ook vast dat A Ltd. in Nederland is gevestigd en is het hof van mening dat de inspecteur dan ten onrechte rekening heeft gehouden met een fictief rendement. Het hof honoreert vervolgens nog wel het verzoek van de inspecteur om intern te compenseren met het fictieve loon dat X heeft genoten in verband met zijn werkzaamheden voor A Ltd. Aangezien de inspecteur de navorderingstermijn van twaalf jaren hierbij echter niet kan toepassen, vernietigt het hof ook de IB-navorderingsaanslagen voor de jaren 2001-2004. De IB-navorderingsaanslagen voor de jaren 2005 - 2007 worden verminderd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 12 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen