Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de verplichting om belasting te betalen algemeen luidt en dat het niet aan belastingplichtigen is om te bepalen voor welke overheidsuitgaven hij wel en voor welke hij geen belasting zal betalen.

Met haar beroep tegen de aanslag IB/PVV 2021 vraagt X aandacht voor de huidige klimaatcrisis en de besteding van belastinggelden. X stelt dat de overheid minstens 5% van het geïnde belastinggeld aanwendt voor de subsidiëring van fossiele brandstoffen. Vanwege de rol die het gebruik van fossiele brandstoffen spelen in de klimaatcrisis is X van oordeel dat zij via belastingheffing verplicht wordt bij te dragen aan beleid dat haar recht op leven, vrijheid en veiligheid bedreigt. Zij wil dus 5% van de verschuldigde IB/PVV niet betalen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de verplichting om belasting te betalen algemeen luidt en dat het niet aan belastingplichtigen is om te bepalen voor welke overheidsuitgaven hij wel en voor welke hij niet belasting zal betalen. Het niet eens zijn met de besteding van het belastinggeld, meer specifiek de besteding van belastinggeld aan de subsidiëring van fossiele brandstoffen, levert geen recht op vermindering van de aanslag op. De artikelen 2 en 5 EVRM vormen geen grond de aanslag te verminderen. De rechtbank kan enkel oordelen over de hoogte van de aanslag en niet over de besteding van de belastinggelden. Dat de klimaatproblematiek X diep raakt begrijpt de rechtbank, maar dit is een kwestie die de rechtsmacht van de belastingrechter te buiten gaat.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 5

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 2

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Editie: 6 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

349

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen