Hof Amsterdam oordeelt dat het onjuist beantwoorden van de woonplaatsvraag niet leidt tot omkering van de bewijslast omdat de vereiste aangifte niet is gedaan. 

X is belastingadviseur en woont vanaf 2008 officieel in Thailand. Uit een onderzoek van de Belastingdienst blijkt dat X met zijn beconnummer vanuit Nederland nog steeds een substantieel aantal aangiften heeft ingediend en dat hij veel in Nederland verbleef. Met het verwijzingsarrest is onherroepelijk komen vast te staan dat X voor de jaren 2011 t/m 2015 als binnenlands belastingplichtige moet worden aangemerkt en dat X voor het belastingverdrag Nederland-Thailand geen inwoner van Thailand is. Na verwijzing is in geschil of voor de jaren 2011 t/m 2015 de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard, omdat de vereiste aangiften niet zijn gedaan.

Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat X niet de vereiste aangiften voor de jaren 2011 t/m 2015 heeft gedaan door het onjuist beantwoorden van de zogenoemde woonplaatsvraag. De inspecteur heeft wel aannemelijk gemaakt dat de voor de jaren 2011 t/m 2014 ingediende aangiften inhoudelijke gebreken bevatten die tot de conclusie leiden dat niet de vereiste aangiften zijn gedaan. Voor die jaren wordt de bewijslast omgekeerd en verzwaard. De aanslagen IB/PVV 2014 en 2015 worden verminderd alsmede de vergrijpboeten voor 2011 en 2012. De vergrijpboeten voor 2013 t/m 2015 worden vernietigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 15 juni

26

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen