Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat het ontbreken van de umlaut in de naam van mevrouw X niet tot gevolg heeft dat geen belastingverplichting is ontstaan.
Aan mevrouw X zijn IB-aanslagen opgelegd, waarbij is afgeweken van de aangiften. X stelt primair dat deze aanslagen nietig zijn door het ontbreken van de umlaut in haar naam. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het ontbreken van de umlaut in de naam niet tot gevolg heeft dat geen belastingverplichting is ontstaan (zie HR 31 augustus 1998, 33.569, V-N 1998/42.2). X maakt niet aannemelijk dat in een ontvangen transitievergoeding ook overuren en vakantie-uren zijn begrepen, waarvoor recht bestaat op arbeidskorting. Als X een klacht heeft over schending door de Belastingdienst van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), dan moet zij zich tot de Autoriteit Persoonsgegevens wenden. Voor het krijgen van een dwangsom van € 500 voor iedere dag die de Belastingdienst in gebreke blijft de umlaut in haar naam op te nemen, moet X bij de burgerlijke rechter zijn. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 28 september