Belanghebbende, X, gaat in bezwaar en beroep tegen een WOZ-beschikking 2017 van Belastingsamenwerking Rivierenland.

Rechtbank Gelderland ziet geen ruimte om de fout in de objectafbakening in de beroepsfase zelf te corrigeren. In beroep is vast komen te staan dat in plaats van een splitsing tussen het voorste en het achterste gedeelte een splitsing moet plaatsvinden tussen links en rechts. Dit betekent volgens de rechtbank dat tot het juist afgebakende object delen behoren die niet zijn opgenomen in de oorspronkelijke beschikking. Op grond van het Schiphol-arrest besluit de rechtbank de WOZ-beschikking en de daarop gebaseerde aanslag OZB te vernietigen (HR 9 mei 2003, ECLI:NL:HR:2003:AD6058, V-N 2003/28.22). De rechtbank ziet geen mogelijkheid dit met een beroep op interne compensatie te ondervangen. Er dient immers een waarde te worden vastgesteld voor een deel van het pand waarvoor in deze procedure geen waardebeschikking ligt die de rechtbank kan toetsen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en kent X een kostenvergoeding toe voor de bezwaarfase.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 16