Vof X drijft een administratiekantoor. Naar aanleiding van een boekenonderzoek constateert de inspecteur dat het niet mogelijk is om aansluitingsberekeningen te maken tussen de omzet die in de administratie is vastgelegd en de gedane btw-aangiften. Op verzoek maakt vof X deze berekeningen alsnog en dient zij vervolgens btw-suppletieaangiften in. De inspecteur legt vervolgens naheffingsaanslagen met vergrijpboeten op. Vof X is het hier niet mee eens, omdat er volgens haar sprake is van vrijwillige verbetering.
Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt dat er sprake is van voorwaardelijke opzet en dat er geen sprake is van vrijwillige verbetering. Het hof overweegt hierbij dat vof X een administratiekantoor drijft en dat de vennoten wisten dat vof X de volledige omzet van de door haar verrichte belastbare feiten in de administratie en in de btw-aangiften moest verantwoorden. Door dit na te laten heeft zij volgens het hof willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat te weinig belasting zou worden betaald. Verder heeft vof X volgens het hof ook niet uitdrukkelijk aan de inspecteur kenbaar gemaakt dat en tot welk bedrag niet of gedeeltelijk niet is betaald. Hiertoe is volgens het hof namelijk onvoldoende dat een en ander in de jaarrekening was opgenomen. De boeten blijven in stand.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 5 november