De gemeente Breda levert op 21 november 2011 twee onroerende zaken aan belanghebbende, X bv. De onroerende zaken maken onderdeel uit van vier woningen die sinds de bouw in 1996, gedurende circa 12,5 jaren, in gebruik zijn geweest als school. Om als school te functioneren is een corridor aangebracht, waardoor de onroerende zaken met elkaar zijn verbonden. Verder is in het midden een gymlokaal gebouwd. De onroerende zaak stond, in afwachting van de verkoop, een jaar of twee leeg. Op 21 november 2011 levert X bv twee onroerende zaken aan particulieren, die de onroerende zaken als woning in gebruik nemen. In geschil is of 25 of 6% overdrachtsbelasting is verschuldigd.
Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat de onroerende zaken als woningen zijn aan te merken en dat derhalve 2% overdrachtsbelasting is verschuldigd. De rechtbank overweegt hierbij dat de onroerende zaken op het moment van levering als woningen zijn te kwalificeren. De rechtbank wijst er hierbij op dat de onroerende zaken naar hun aard zijn bestemd voor bewoning en dat de onroerende zaken al circa twee jaren niet in gebruik waren als schoolgebouw. De rechtbank acht niet van belang dat ten tijde van de levering de corridor en het gymlokaal nog niet waren afgebroken. De rechtbank verleent teruggaaf aan X bv.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 14
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 19 november