Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het hoger beroep van X BV niet-ontvankelijk is omdat de rechtspersoon per 31 december 2018 is opgehouden te bestaan. Hierdoor kunnen geen rechtshandelingen meer in haar naam worden verricht.

X BV is op 10 februari 1995 opgericht met A als directeur/enig aandeelhouder. Op 13 november 2018 besluit de algemene vergadering van aandeelhouders tot ontbinding van X BV per 31 december 2018. De Kamer van Koophandel registreert de opheffing. In het afschrift van een uittreksel uit het handelsregister is vermeld dat X BV geen bekende baten meer had vanaf 31 december 2018. Namens X BV zijn verzoeken om teruggaaf van omzetbelasting ingediend voor de tijdvakken 1 januari 2019 tot en met 30 september 2021. De inspecteur verklaart deze verzoeken niet-ontvankelijk omdat X BV is ontbonden op 31 december 2018. Rechtbank Noord-Nederland heeft de beroepen tegen deze beslissingen niet-ontvankelijk verklaard. B stelt namens X BV hoger beroep in tegen de uitspraak van de rechtbank.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X BV op 31 december 2018 is opgehouden te bestaan en vanaf dat moment geen rechtshandelingen meer in haar naam konden worden verricht. Aan B kon dan ook geen machtiging worden verleend om op naam van X BV rechtshandelingen te verrichten. Het door B ingestelde hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank wordt niet-ontvankelijk verklaard. Aan het beoordelen van de onderliggende geschillen wordt niet toegekomen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 2 2:23c

Burgerlijk Wetboek Boek 2 2:19

Algemene wet bestuursrecht 4:19

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Fiscaal ondernemingsrecht

Editie: 24 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen