Advocaat-generaal IJzerman overweegt dat het gebrek van het ontbreken van een afdwingbepaling in een bestaande uitvoeringsovereenkomst weliswaar kan worden hersteld voor het eerstvolgende heffingstijdstip, 1 januari van het komende jaar, maar niet met terugwerkende kracht. 

Belanghebbende, X, is gebruiker van een onroerende zaak gelegen in een BI-zone. De heffingsambtenaar van de gemeente Midden-Drenthe legt aan X voor het (eerdere) jaar 2011 een aanslag BIZ-bijdrage op van € 500. Rechtbank Assen vernietigt deze aanslag omdat de uitvoeringsovereenkomst met de stichting die de activiteiten in de BIZ uitvoert, geen afdwingbepaling bevatte zoals is voorgeschreven in art. 7 lid 3 van de Experimentenwet BI-zones. De gemeente ziet af van hoger beroep tegen deze (eerdere) uitspraak, maar besluit in plaats daarvan op 29 maart 2012 de Uitvoeringsovereenkomst uit te breiden met een afdwingbepaling. De wijziging van de uitvoeringsovereenkomst werkt terug tot 1 januari 2011. Vervolgens legt de heffingsambtenaar de thans in geschil zijnde aanslag BIZ-bijdrage 2012 op aan X.

Advocaat-generaal IJzerman overweegt dat het gebrek van het ontbreken van een afdwingbepaling in een bestaande uitvoeringsovereenkomst weliswaar kan worden hersteld voor het eerstvolgende heffingstijdstip, 1 januari van het komende jaar, maar niet met terugwerkende kracht. Het is voorts niet mogelijk, zelfs niet met instemmen van partijen, om een afdwingbepaling achterwege te laten. In casu staat vast dat er, tot aan de wijziging met terugwerkende kracht van 28 februari 2012, in de uitvoeringsovereenkomst geen separate schriftelijke afdwingbepaling was opgenomen. Het hof heeft voorts niet onbegrijpelijk geoordeeld dat er ook overigens in de uitvoeringsovereenkomst geen afdwingbepaling was opgenomen. Gelet op het voorgaande adviseert de A-G de Hoge Raad om het cassatieberoep van B&W van de gemeente ongegrond te verklaren.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Experimentenwet BI-zones 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 15 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen