X, een handelaar in gebruikte auto’s, is het niet eens met naheffingsaanslagen omzetbelasting voor de jaren 2015 en 2016. De inspecteur schrijft in zijn controle rapport dat X niet aan de administratie- en bewaarplicht voldoet. Hij stelt de verschuldigde belasting voor de jaren 2015 en 2016 hoger vast en past de omkering van de bewijslast toe. Ook legt de inspecteur vergrijpboeten op omdat hij vindt dat het aan voorwaardelijk opzet van eiser is te wijten dat te weinig belasting is voldaan.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de naheffingsaanslagen omzetbelasting berusten op een redelijke schatting. Uit het controle rapport blijkt dat de inspecteur de omzetcorrecties heeft gebaseerd op aansluitingsverschillen tussen de vastleggingen en de jaarrekening, geconstateerde niet-geboekte ontvangsten, negatieve kassaldi en het resultaat van de vermogensvergelijking. De naheffingsaanslagen blijven in stand. Dit geldt niet voor de vergrijpboeten die de inspecteur heeft opgelegd. Ondanks ernstige tekortkomingen in de administratie van X en zijn erkenning dat hij meer omzet heeft behaald dan in zijn aangiften is vermeld, is dit onvoldoende om voorwaardelijk opzet aan te nemen. Deze feiten kunnen niet gekoppeld worden aan specifieke aangiften. De rechtbank vernietigt de boetebeschikkingen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Instantie: Rechtbank Den Haag
Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 23 november
Informatiesoort: VN Vandaag