Hof Den Haag schaart zich achter het oordeel van de rechtbank dat voor het heffen van een BIZ-bijdrage geen wettelijke grondslag bestaat, omdat de uitvoerende stichting in strijd met het bepaalde in de Verordening BIZ-bijdrage en de uitvoeringsovereenkomst voor 2015 geen activiteitenplan heeft ingediend.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een winkel die is gevestigd in een gebied waar de gemeente een BIZ-bijdrage heft. De gemeente legt aan X voor het jaar 2015 een aanslag BIZ-bijdrage op van € 750.

Hof Den Haag schaart zich achter het oordeel van de rechtbank dat voor het heffen van een BIZ-bijdrage geen wettelijke grondslag bestaat, omdat de uitvoerende stichting in strijd met het bepaalde in de Verordening BIZ-bijdrage en de uitvoeringsovereenkomst voor 2015 geen activiteitenplan heeft ingediend. Het hof voegt daar nog aan toe dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat wezenlijk voor de BIZ-heffing is het verstrekken van inzicht in de activiteiten en het afleggen van verantwoording aan de ondernemers. In dit opzicht schiet het plan van aanpak dat de gemeente heeft opgesteld te kort. Een afzonderlijk activiteitenplan ontbreekt in het geheel, hetgeen in strijd is met de Uitvoeringsovereenkomst. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank waarin de aanslag BIZ-bijdrage is vernietigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Experimentenwet BI-zones 7

Experimentenwet BI-zones 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 28 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen