Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur er in is geslaagd aannemelijk te maken dat X bv met het verstrekken van de lening een debiteurenrisico heeft gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen. X bv kan de lening niet ten laste van de winst afwaarderen.

A houdt, indirect, alle aandelen in belanghebbende, X bv. X bv verstrekt leningen aan A voor de aankoop en de verbouwing van zijn woning. Ook heeft de bank geld aan A geleend. X bv wil de aan A verstrekte lening met € 300.000 afwaarderen, in verband met de oninbaarheid van dit deel van de lening. De inspecteur stelt dat de lening onder onzakelijke voorwaarden tot stand is gekomen en accepteert de aftrek niet.

Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur er in is geslaagd aannemelijk te maken dat X bv met het verstrekken van de lening een debiteurenrisico heeft gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen. Het hof acht daarbij van belang dat in de geldleningsovereenkomst geen enkele zekerheid voor de terugbetaling van het geleende bedrag is opgenomen. Het hof wijst er daarbij ook op dat op de woning reeds een hypotheek ten behoeve van de bank van € 450.000 rustte. De lening is volgens het hof dan ook onder onzakelijke voorwaarden tot stand gekomen. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 2 januari

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen