Aan belanghebbende, X, zijn in het kader van het Rekeningenproject diverse navorderingsaanslagen met boeten opgelegd. Volgens het microfiche beschikt X over een rekening bij KB-Lux met een klein negatief saldo. X komt in beroep.
Hof ‘s-Hertogenbosch gaat uitgebreid in op alle geschillen: de op de zaak betrekking hebbende stukken, het gebruik van het renseignement, de identificatie, de omkering van de bewijslast, de redelijke schatting, de aangegeven inkomsten en saldi, nieuw feit, de verlengde navorderingstermijn van artikel 16, vierde lid AWR, de boeten en de redelijke termijn van artikel 6 EVRM. De inspecteur heeft in de loop van de procedure er mee ingestemd de factor 1,5 te laten vervallen. De aanslagen en beschikkingen heffingsrente worden overeenkomstig de nieuwe berekeningen van de inspecteur verminderd. Het hof komt, aan de hand van de arresten van de Hoge Raad van 15 april 2011, nrs. 09/05192 en 09/03075, tot het oordeel dat de boeten ten onrechte zijn opgelegd. Het hof bepaalt dat het onderzoek wordt heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over het verzoek om schadevergoeding van belanghebbende met betrekking tot de mogelijke overschrijding van de redelijke termijn en merkt de Staat der Nederlanden (de minister van Veiligheid en Justitie) aan als partij in die procedure. Het beroep van X is gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 15 december