Stichting X heeft tot doel het verzorgen van recreatie voor ouderen. X organiseert daartoe culturele, sportieve, recreatieve uitgaansactiviteiten, reizen, vrijwilligersvervoer en mentale cognitieve begeleiding. X koopt begin 2009 een personenauto Mitsubishi Outlander voor € 47.496. De BPM van € 13.260 en de btw van € 5.458,91 zijn aan X terugbetaald. Rechtbank Arnhem oordeelt dat X duurzaam deelneemt aan het economische verkeer en dus btw-ondernemer is. De btw-aanslag wordt daarom vernietigd. De BPM-aanslag is wel terecht, aangezien ook voor het vrijwilligersvervoer moet worden voldaan aan de eis dat de auto geheel of nagenoeg geheel (90%) wordt gebruikt voor het verrichten van taxivervoer. X gaat in hoger beroep. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de in art. 16 Wet BPM genoemde eis dat de auto geheel of nagenoeg geheel (90%) wordt gebruikt voor het verrichten van taxivervoer van toepassing is op het vrijwilligersvervoer en, zo ja, of bij X het in rechte te beschermen vertrouwen is gewekt dat zij niet aan dit criterium behoefde te voldoen. Hof Arnhem-Leeuwarden bevestigt dat in de Leidraad BPM 2006 geen uitzondering wordt gemaakt op het 90%-criterium bij vrijwilligersvervoer. In par. 11.5.5 van de Leidraad wordt namelijk alleen goedgekeurd dat de teruggaafregeling van art. 16 Wet BPM 1992 onder aanvullende voorwaarden ook bij vrijwilligersvervoer kan worden toegepast. Verder beroept X zich ook vergeefs op het vertrouwensbeginsel. X maakt niet aannemelijk dat een medewerkster van het Ministerie van Financiën bewust het standpunt heeft ingenomen dat X voor het vrijwilligersvervoer niet behoefde te voldoen aan het 90%-criterium. Het beroep van X is ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 2 december