Hof Amsterdam vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting omdat het belastbare feit voor de parkeerbelasting zich niet heeft voorgedaan nu X op een trottoir en niet op een parkeerplaats heeft geparkeerd. 

Belanghebbende, X, is het niet eens met een naheffingsaanslag parkeerbelasting die de gemeente Amsterdam hem op 19 augustus 2013 heeft opgelegd. De plek waarop de auto heeft gestaan was geen ‘fiscale' parkeerplaats en om die reden is geen parkeerbelasting verschuldigd, aldus X. Er is volgens X sprake van een overtreding in de zin van Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.

Hof Amsterdam vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting omdat het belastbare feit zich niet heeft voorgedaan. Het hof leidt uit de feiten af dat het gebied buiten de parkeervakken trottoir is en dus geen parkeerterrein. Op de plek waar de auto heeft gestaan was het verboden te parkeren. Conclusie is dat het belastbare feit voor de parkeerbelasting zich niet heeft voorgedaan. Het hof verwerpt het beroep van de heffingsambtenaar op het arrest HR 9 juli 1999, nr. 34.615, BNB 1999/380. In dat arrest had de Hoge Raad beslist dat niet elke concrete parkeerplaats als ‘fiscale parkeerplaats' dient te worden gekwalificeerd, maar dat in de verordening de plaatsen in ruime zin mogen worden beschreven. Dat arrest mist toepassing, nu in casu in geschil is of überhaupt ingevolge een wettelijke regeling op die specifieke plek geparkeerd mocht worden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 19 mei

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen