X is woonachtig in het Verenigd Koninkrijk en ontvangt vanuit zijn functie als directeur van het op Curaçao gevestigde A NV een ontslagvergoeding voor achterstallig loon en toekomstige inkomensderving. X stort de ontvangen ontslagvergoeding vervolgens in het in Nederland gevestigde B BV. Hij ontvangt hiervoor een stamrechtuitkering wanneer hij de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Op de stamrechtuitkeringen wordt geen loonbelasting ingehouden. De inspecteur legt aan B BV een naheffingsaanslag voor de loonbelasting op. X is van oordeel dat het inkomen uit het stamrecht pensioen vormt en derhalve op basis van het verdrag tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk ter heffing is toegewezen aan het Verenigd Koninkrijk.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de ontslagvergoeding geen pensioen vormt. Nu bij het uitbetalen van de ontslagvergoeding in de ontslagovereenkomst is overeengekomen dat de vergoeding ziet op achterstallig loon en toekomstige inkomensderving, kan de vergoeding niet worden aangemerkt als pensioen. Derhalve is het inkomen ter heffing aan Nederland toegewezen.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Pensioenen
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 26 november