Belanghebbende, X, is dga van een bv die in effecten handelt op de beurs. In december 2000 maakt X € 200.000 over naar J, een bevriende relatie van X. Rechtbank 's-Gravenhage heeft in haar uitspraak van 4 juni 2012 (nr. AWB 10/7160) geoordeeld dat het bedrag dat is overgeboekt door de bv, kwalificeert als een onttrekking. In februari 2004 heeft J anonieme emailberichten naar de AFM gezonden waarin hij schrijft dat dit bedrag door X is weggesluisd om de winst van de bv te drukken. Naar aanleiding van een boekenonderzoek bij de bv neemt de inspecteur het standpunt in dat er sprake is van een winstuitdeling en legt X hiervoor een navorderingsaanslag inkomstenbelasting op.
Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat, hoewel X, evenals J, wisselende en tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd over de reden van de overboeking en de aanwending van het geld de inspecteur aannemelijk maakt dat bij de aanwending van het aan de bv onttrokken bedrag van € 200.000 steeds privé motieven hebben overheerst. Dat sprake is van een ‘over the counter (OTC) -transactie (waarbij aandelen worden verhandeld op een niet gereglementeerde beurs), zoals X heeft gesteld, is niet gebleken. Omdat X de opdracht tot de overboeking heeft gegeven, moet X, die zowel directeur als middellijk grootaandeelhouder van de bv is, zich daarvan bewust zijn geweest. De overboeking van € 200.000 is een voordeel dat bij X is aan te merken als een voordeel uit aanmerkelijk belang. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.