Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur de door belanghebbende ontvangen arbeidsongeschiktheidsuitkeringen terecht belast. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO). X verzoekt om herziening. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

X is sinds 2001 arbeidsongeschikt en ontvangt in 2015 arbeidsongeschiktheidsuitkeringen van het UWV en verzekeraar D. Volgens Rechtbank Den Haag belast de inspecteur deze uitkeringen terecht in box 1. In hoger beroep is onder meer de belastbaarheid van de uitkeringen in geschil.

Hof Den Haag (V-N 2019/44.24.5) oordeelt dat de inspecteur de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen terecht belast. X’ stelling dat de uitkeringen kwalificeren als letselschade-uitkeringen die ingevolge vaste jurisprudentie van de Hoge Raad belastbaar zijn als inkomen uit sparen en beleggen in box 3, is onjuist. X’ hoger beroep is ongegrond. De Hoge Raad (V-N 2021/6.18.4) verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO). X verzoekt om herziening. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.124

Wet inkomstenbelasting 2001 3.101

Wet inkomstenbelasting 2001 3.100

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 29 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen