Aan belanghebbende, de heer X, is een IB-navorderingsaanslag over 2008 opgelegd. Volgens de inspecteur heeft X een deel van zijn omzet namelijk niet aangegeven. X heeft in 2008 aan één cliënt vier facturen gestuurd voor in totaal ruim € 20.000. X stelt dat deze facturen slechts depotnota's zijn. Niet in geschil is dat de nota's in 2008 wel volledig zijn voldaan. De betalingen zouden volgens X dienen tot zekerheid van betalingen van toekomstige werkzaamheden waarvan ten tijde van het uitreiken van de nota's niet zeker was dat ze ooit verricht zouden worden. Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat geen sprake is van in 2008 behaalde omzet. Zo is er geen inzicht gegeven in de afspraken tussen hem en zijn cliënt over de nota's. X gaat in hoger beroep. Hof Den Haag oordeelt dat de ontvangen baten volgens goed koopmansgebruik tot de winst moeten worden gerekend. De duiding die X aan de nota's en de betalingen geeft, is volstrekt onaannemelijk. Ook de stelling van X op de zitting dat tegenover het depot een schuld van hem aan de klant zou staan, schiet als onderbouwing van zijn standpunt tekort. Subsidiair kan X ook geen voorziening vormen. Er is namelijk niet gesteld noch gebleken dat tegenover de ontvangen baten in een later jaar kosten staan waaraan deze kunnen worden toegerekend. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25