Belanghebbende, X, is in 2000 toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Deze is in 2003 beëindigd, waarna X een onderneming is gestart. Eind 2010 wordt X failliet verklaard. De Belastingdienst heeft op dat moment een volledig preferente vordering van € 52.988. X biedt aan om € 15.000 aan de gezamenlijke schuldeisers te betalen. De ontvanger wijst het verzoek om mee te werken af. De voorzieningenrechter van Rechtbank Groningen heeft de ontvanger geboden om medewerking te verlenen aan de totstandkoming van het aangeboden akkoord.
De civiele kamer van Hof Leeuwarden oordeelt dat de ontvanger het verzoek om medewerking op goede gronden heeft afgewezen. Het hof overweegt daarbij dat bij een akkoord de concurrentieverhoudingen worden verstoord en het gelijkheidsbeginsel wordt doorbroken. Verder wijst het hof er op dat de schulden van X niet te goeder trouw zijn ontstaan en dat X geen bijzondere omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden afgeweken van het geldende beleid dat geldt voor de onderhavige kwestie. Volgens het hof heeft de ontvanger verder ook geen misbruik gemaakt van zijn bevoegdheid door te weigeren de schulden van X voor het grootste deel kwijt te schelden.
Wetsartikelen: