Belanghebbende, X, verzoekt de inspecteur in een brief van 20 februari 2009 om uitstel van betaling voor de aanslag IB/PVV 2005. De inspecteur beschouwt deze brief niet als een bezwaarschrift tegen de aanslag en doet daarom ook geen uitspraak op bezwaar. Per brief van 6 oktober 2011 stelt X vervolgens beroep bij de rechtbank in tegen dezelfde aanslag. Rechtbank Breda verklaart dit beroep niet-ontvankelijk.
Hof 's-Hertogenbosch overweegt dat de inhoud van een geschrift bepalend is voor het antwoord op de vraag of het aangemerkt kan worden als een bezwaarschrift. Om te kwalificeren als bezwaarschrift, is volgens het hof voldoende dat uit het geschrift volgt dat de belastingplichtige zich niet kan verenigen met de aanslag. De brief van X van 20 februari 2009, waarin wordt verzocht om uitstel van betaling, zonder dat de aanslag ter discussie wordt gesteld, kwalificeert gelet op het voorgaande niet als bezwaarschrift tegen de aanslag. Pas met het beroepschrift gericht aan de rechtbank heeft X bezwaar gemaakt. De rechtbank heeft er gelet op de termijnoverschrijding terecht van afgezien dit bezwaar door de sturen aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 19 september