Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de activiteiten van X met betrekking tot de handel in cryptovaluta een bron van inkomen vormen. Er is geen sprake van structureel positieve resultaten die in causaal verband staan tot de door X verrichte extra arbeid.
X ontwikkelt in zijn vrije tijd een trading bot die voordeel moet behalen met koersverschillen zoals die zich met betrekking tot dezelfde cryptovaluta kunnen voordoen op verschillende handelsplatforms. In de jaren 2015 en 2017 behaalt X hier aanzienlijke resultaten mee. De inspecteur is van mening dat de resultaten die X behaalt moeten worden aangemerkt als winst uit onderneming. X stelt dat er sprake is van zuiver speculatieve transacties.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de activiteiten van X met betrekking tot de cryptovaluta een bron van inkomen vormen. Er is geen sprake van structureel positieve resultaten die in causaal verband staan tot de door X verrichte extra arbeid. De rechtbank wijst daarbij op beleid van de staatssecretaris zoals verwoord in de brief van 28 mei 2018, V-N 2018/31.3. Van belang is dat cryptovaluta zijn te beschouwen als hoog speculatieve vermogenstitels. Dit blijkt ook wel uit het feit dat X, na het goede jaar 2017, in 2018 aanzienlijke verliezen heeft geleden. Ook maakt de inspecteur het verband tussen de veronderstelde extra arbeid en de positieve resultaten van 2015 en 2017 niet aannemelijk. De winst die X heeft gemaakt is niet toe te schrijven aan de arbeid die hij heeft verricht. Het positieve resultaat is eerder toe te schrijven aan de gestegen koersen van de diverse, hoog speculatieve, cryptovaluta. Het gelijk is aan X.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 13 juni
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel