Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de werkafspraken de aanvraag voor de andere gemachtigden wel eenvoudiger maakt, maar dat er daardoor geen sprake is van ongelijke behandeling van gelijke gevallen.
De gemachtigde van X verzoekt om toepassing van de 30%-regeling. In verband met het ontbreken van enkele gegevens wordt de gemachtigde door de inspecteur in de gelegenheid gesteld binnen zes weken na dagtekening van de ontvangstbevestiging de aanvraag aan te vullen. Als de gemachtigde hier niet op reageert, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld. In geschil is of dat terecht is. Volgens de gemachtigde hanteert de inspecteur met andere gemachtigden soepeler werkafspraken.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de werkafspraken de aanvraag voor de andere gemachtigden wel eenvoudiger maakt, maar dat er daardoor geen sprake is van ongelijke behandeling van gelijke gevallen. Ook die gemachtigden moeten namelijk altijd een volledige aanvraag doen. De gemachtigde van X stelt vergeefs dat de inspecteur een ontbrekend BSN bij die andere gemachtigden zelf aanvult. In de aanvraag voor X ontbreekt namelijk ook informatie over de herkomst van X en zijn specifieke deskundigheid. Het maakt niet uit dat de inspecteur in het verleden soepeler was. Het weigeren om werkafspraken met de gemachtigde te maken, is voorts niet in strijd met enig beginsel van behoorlijk bestuur. Het beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema De 30%-regeling.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4:5
Wet op de loonbelasting 1964 31a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 28 maart