Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de rechtbank de gemachtigde eerst in de gelegenheid had moeten stellen om het verzuim te herstellen. Aangezien de gemachtigde inmiddels een volmacht heeft overgelegd met de handtekeningen van alle erfgenamen is het hoger beroep ontvankelijk.
De heer X claimt in zijn IB-aangifte aftrek van specifieke zorgkosten. Het bezwaar is volgens de inspecteur wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk. Ambtshalve wordt de aftrek alsnog deels verleend. X gaat in beroep, maar komt vervolgens te overlijden. Volgens Rechtbank Noord-Holland is het beroep niet-ontvankelijk aangezien de volmacht alleen is ondertekend door de moeder van X en er meerdere erfgenamen zijn. De erven X (belanghebbenden) gaan in hoger beroep.
Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank de gemachtigde eerst in de gelegenheid had moeten stellen om het verzuim te herstellen. Aangezien de gemachtigde inmiddels een volmacht heeft overhandigd met de handtekeningen van alle erfgenamen is het hoger beroep ontvankelijk. Het bezwaar is door de inspecteur echter terecht niet-ontvankelijk verklaard. De bezwaartermijn eindigde namelijk op 16 december 2015 en het bezwaar is pas op 22 december 2015 door de inspecteur pas ontvangen. Gelet op het poststempel van 17 december 2015 maakt de gemachtigde niet aannemelijk dat het bezwaar al op 15 december 2015 door hem is gepost. De rechtbank had het beroep dus ongegrond moeten verklaren. De erven X krijgen wel een proceskostenvergoeding van € 1.253 en krijgen het griffierecht (€ 124) van het hoger beroep terug.
Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet bestuursrecht 6:5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 11 juni