De onderhandelingen over de inhoud van de Multilateral Convention (MLC) voor de implementatie van Pijler 1 zijn nagenoeg volledig afgerond. Op een aantal laatste onderdelen hebben nog niet alle landen overeenstemming bereikt. Het lijkt onwaarschijnlijk dat in 2023 nog een ondertekeningsceremonie gaat plaatsvinden. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer.

Pijler 1 bestaat uit Bedrag A en Bedrag B. Bedrag A van Pijler 1 is een herverdeling van een deel van de winsten van de grootste en meest winstgevende multinationals. De MLC kan pas in werking treden nadat voldoende landen (minimaal 30 landen waarin in totaal minimaal 60% van de bedrijven die onder Pijler 1 vallen is gevestigd) hun nationale processen hebben doorlopen om het verdrag te ratificeren.

Een aantal landen, waaronder de Verenigde Staten, heeft aangegeven extra tijd nodig te hebben voor interne processen voordat ze kunnen beslissen of ze tot ondertekening overgaan. Aangezien veel ondernemingen die binnen de reikwijdte van Bedrag A vallen een hoofdkantoor in de VS hebben, is het essentieel dat de VS meedoet aan Bedrag A.

Onderdeel van Pijler 1 is dat landen de bestaande digitale dienstenbelastingen (DST) of vergelijkbare andere maatregelen moeten intrekken en niet meer in mogen voeren. De afspraak om geen nieuwe DST in te voeren loopt 31 december 2023 af, als de MLC niet wordt ondertekend voor die datum. De kans bestaat dus dat een aantal landen per 1 januari 2024 alsnog een DST invoert, waaronder Canada.

Nederland blijft de voorkeur houden voor een mondiaal akkoord op Pijler 1, en als dat niet haalbaar blijkt, een Europese oplossing. Het op korte termijn invoeren van een unilaterale DST is volgens de staatssecretaris niet haalbaar.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Europees belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 25 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

290

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen