Belanghebbende, X, en zijn partner houden de aandelen in een vennootschap. In verband met de aankoop van sportvelgen heeft de vennootschap in het verleden leningen verstrekt aan de zonen van X en zijn partner. De zonen ontkennen echter dat de leningen nog niet zijn afgelost. De vennootschap scheldt de leningen van € 111.000 in 2016 kwijt. De inspecteur stelt dat sprake is van een verkapte winstuitdeling en legt daarom een IB-navorderingsaanslag op aan X. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat sprake is van een winstuitdeling door de vennootschap aan X. De kwijtschelding van de aan de zonen verstrekte leningen heeft op onzakelijke gronden plaatsgevonden.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de kwijtschelding van de aan de zonen verstrekte leningen op onzakelijke gronden heeft plaatsgevonden. De inspecteur maakt dan ook aannemelijk dat sprake is van een winstuitdeling door de vennootschap aan X. Er bestond zakelijk bezien geen aanleiding om over te gaan tot kwijtschelding. Dit blijkt ook uit een stuk van de accountant waaruit blijkt dat omwille van de onderlinge familieverhoudingen is gekozen voor de oplossing om de vorderingen kwijt te schelden. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.13
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 11 maart
Informatiesoort: VN Vandaag