Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur onzorgvuldig heeft gehandeld door uitspraak op bezwaar te doen terwijl de termijn voor het overleggen van bewijsstukken nog liep. Echter, belanghebbende is niet benadeeld omdat de inspecteur alsnog ambtshalve heeft beoordeeld of de overgelegde stukken tot vermindering van de aanslag moeten leiden.

Belanghebbenden doet aangifte ib/pvv 2018 met een aftrekpost vanwege uitgaven voor specifieke zorgkosten. Bij het opleggen van de aanslag corrigeert de inspecteur de aftrekpost. De inspecteur behandelt de herziene aangifte als een bezwaarschrift en doet uitspraak op bezwaar met dagtekening 3 april 2020, maar verstuurt deze op 1 april 2020. In geschil is of de inspecteur onrechtmatig heeft gehandeld door op de uitspraak op bezwaar een dagtekening te vermelden die ligt ná de dag van bekendmaking en door eiser op een signaleringslijst te zetten. Ook is in geschil of belanghebbende recht heeft op aftrek van specifieke zorgkosten.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur onzorgvuldig heeft gehandeld door uitspraak te doen terwijl de termijn voor het overleggen van bewijsstukken nog liep. Echter, de inspecteur heeft dit voldoende hersteld door ambtshalve te beoordelen of de overgelegde stukken tot vermindering van de aanslag moeten leiden. Het beroep van belanghebbende is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Wet inkomstenbelasting 2001 6.1

Wet inkomstenbelasting 2001 6.2

Algemene wet bestuursrecht 6:22

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 25 oktober

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen