De Duitse mevrouw Schriever exploiteert een sportzaak in een aan haar in eigendom toebehorend pand. Per 30 juni 1996 verkoopt zij de goederenvoorraad en de winkeluitrusting aan de vennootschap Sport S. GmbH. Hierbij brengt zij geen btw in rekening. Tevens verhuurt Schriever het pand voor onbepaalde tijd aan S. Hierbij is in de verhuurovereenkomst opgenomen dat beide partijen de huurovereenkomst per kwartaal kunnen opzeggen. De Duitse fiscus stelt dat er geen sprake is van een overdracht van een algemeenheid van goederen, omdat het bedrijfspand niet aan S. is overgedragen. De fiscus corrigeert daarom de btw-aangifte van Schriever. De Duitse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld. Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat er ook sprake is van een algemeenheid van goederen als bij de overdracht van een onderneming wordt overeengekomen dat het bedrijfspand voor onbepaalde tijd wordt verhuurd én in de verhuurovereenkomst is opgenomen dat beide partijen deze overeenkomst op korte termijn kunnen opzeggen. Volgens het HvJ EU staat het feit dat het pand slechts wordt verhuurd, en niet overgedragen, er namelijk niet aan in de weg dat de koper de activiteit van de verkoper voortzet. Verder acht het HvJ nog van belang dat de verkrijger met de overgedragen goederen een autonome economische activiteit duurzaam moet kunnen voortzetten.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie