Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belastingrente in rekening kan worden gebracht, ondanks dat de in het buitenland wonende X niet is uitgenodigd tot het doen van de aangiften.

X krijgt AOW en woont tot 10 mei 2017 in Italië, en daarna in Israël. Hij is niet uitgenodigd tot het doen van IB-aangifte voor 2017, 2018 en 2019. Pas in februari 2022 zijn de papieren P-aangiftebiljetten (binnenlandse belastingplicht) ingediend. Niet meer in geschil is dat Nederland niet mag heffen over de AOW-uitkering en dat uitsluitend de box 3 inkomsten zijn belast. In geschil is de hoogte van de belastingrente. Volgens X zijn de aangiften zo laat ingediend, omdat de inspecteur hem ondanks herhaalde verzoeken niet de benodigde biljetten heeft toegezonden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belastingrente in rekening kan worden gebracht, ondanks dat X niet is uitgenodigd tot het doen van de aangiften. Het volgen van de wettelijke bepalingen acht de rechtbank niet onzorgvuldig of in strijd met enig beginsel van behoorlijk bestuur. X maakt niet aannemelijk dat de vertraging aan de inspecteur is toe te rekenen. Er zijn geen stukken overgelegd waaruit blijkt of en wanneer de contacten met de Belastingdienst hebben plaatsgevonden over het toezenden van de biljetten.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 3:4

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30f

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 13 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

510

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen