Rechtbank Gelderland oordeelt dat de vermogensrendementsheffing geen individuele en buitensporige last vormt voor X. Niet van belang is dat X inteert op zijn vermogen. Wel wordt rekening gehouden met het hoge vermogen en de verdiencapaciteit van X.

X is over 2017 € 18.956 aan box 3-heffing verschuldigd over zijn vermogen van bijna € 1,5 mln. X heeft echter slechts een rendement gerealiseerd van € 3966. Over 2018 is X € 19.115 aan box 3-heffing verschuldigd over zijn vermogen van inmiddels € 1,4 miljoen, terwijl het gerealiseerde rendement slechts € 942 bedroeg. Volgens X levert de vermogensrendementsheffing een individuele en buitensporige last op.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de vermogensrendementsheffing geen individuele en buitensporige last vormt voor X. Daarbij is niet van belang dat X door de zeer hoge belastingdruk en het lage rendement inteert op zijn vermogen. De rechtbank houdt hierbij rekening met het hoge vermogen en de verdiencapaciteit van X. Dat X in 2017 geen inkomen heeft gehad in box 1 en box 2, is een eenmalig gebeurtenis en dus niet van belang volgens de rechtbank. De box 3-heffing zorgt in het geval van X niet voor financiële problemen. De rechtbank merkt verder nog op dat X er zelf voor heeft gekozen om in 2017 geen uitkering aan te vragen terwijl daar wel recht op bestond.

Lees ook het thema Box 3

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 7 oktober

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen