Belanghebbende, de heer X, verkrijgt van zijn schoonvader in juli 2010 samen met zijn echtgenote een woning. De koopsom is € 250.000. Aan overdrachtsbelasting is € 15.000 (6% van € 250.000) door hen betaald. In de leveringsakte staat dat € 40.000 van de koopsom door de schoonvader van X wordt kwijtgescholden. Volgens de inspecteur is de schenking echter € 48.000. De WOZ-waarde van de woning is namelijk € 258.000. In geschil is de aan X opgelegde aanslag schenkbelasting. Deze is als volgt berekend: belaste verkrijging € 43.000 (€ 48.000 minus vrijstelling € 5.000). De verschuldigde schenkbelasting is € 4300 (10%) minus de te verrekenen overdrachtsbelasting (€ 2149) is € 2151 : 2 is € 1075. Volgens Rechtbank Noord-Holland heeft bij een samenstel van rechtshandelingen als deze vanaf 1 januari 2010 de WOZ-waarde als uitgangspunt te gelden. X stelt vergeefs dat niet de woning is geschonken, maar dat een deel van de koopsom is kwijtgescholden. Hof Amsterdam oordeelt dat de naar evenredigheid betaalde overdrachtsbelasting in mindering kan komen op de schenkbelasting ondanks dat de koop en de kwijtschelding twee verschillende rechtshandelingen zijn (zie o.a. HR 14 december 2001, nr. 36 617, BNB 2002/70). Aangesloten bij de WOZ-waarde is de schenking € 48.000. De schenkbelasting is 10%, zijnde € 4300. De te verrekenen overdrachtsbelasting is € 2150. De aanslag schenkbelasting is dus juist berekend op de helft van € 2150, zijnde € 1075. X gaat in cassatie.
Advocaat-Generaal IJzerman is van mening dat verkoop met onmiddellijke kwijtschelding van een deel van de koopsom juridisch en voor het SW-recht op één lijn moet worden gesteld met verkoop tegen een te lage prijs. Als niet zou worden afgeweken van het civiele recht zou het woningwaarderingsvoorschrift van art. 21 lid 5 SW 1956 naar zijn letterlijke bewoordingen volgens de A-G namelijk niet van toepassing zijn. Dat is niet gewenst omdat beide gevallen tot dezelfde economische uitkomst leiden. X kan voorts niet pas in cassatie klagen over het feit dat de schenkbelasting een individuele buitensporige last is in de zin van art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. De A-G concludeert ook voor het overige tot ongegrondverklaring van het beroep van X.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Schenk- en erfbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 24 december