Hof Den Haag oordeelt dat X recht heeft op de box 3-vrijstelling voor het NSW-landgoed. Niet van belang is dat het landgoed is verhuurd aan een golfclub.

Belanghebbende, X, is een van de vier aandeelhouders van Landgoed Y bv. Y bv is eigenaar van Landgoed Y, een NSW-landgoed. Op een deel van het landgoed (58 ha) is een golfcomplex gerealiseerd. Het golfcomplex wordt verhuurd aan B. In geschil is of X recht heeft op de box 3-vrijstelling voor zijn aandeel in de 58 ha golfgronden. De inspecteur is namelijk van mening dat X, door de verhuur, niet de volle eigendom van de grond heeft, zodat de vrijstelling niet van toepassing is.

Hof Den Haag verwerpt het standpunt van de inspecteur dat de box 3-vrijstelling niet van toepassing is op de golfgronden omdat X niet de volle eigendom van de grond zou hebben. Het hof overweegt daarbij dat het onderhavige huurrecht, een persoonlijk gebruiksrecht, geen inbreuk maakt op het zakelijke recht van eigendom dat rust op de grond. Verder wijst het hof nog op de wetsgeschiedenis en een brief van de staatssecretaris. Het gelijk is aan X.

[Bron Uitspraak]

 

Lees ook het thema Box 3.

 

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

18

Gerelateerde artikelen