A houdt aandelen in belanghebbende, X bv, en is de directeur van X bv. Sinds 2008 genereert X bv geen omzet meer, maar verzoekt wel om btw-teruggaven. De inspecteur verleent deze teruggaven, tot april 2013. In haar aangifte over de maand april 2013 verzoekt X bv om teruggaaf van € 2240 waarvan € 1800 betrekking heeft op advocaatkosten. De inspecteur is van mening dat X bv geen recht heeft op teruggaaf van de btw omdat hij geen omzet genereert.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv wel recht heeft op een btw-teruggaaf maar dan voor een bedrag van € 1519. Het hof stelt namelijk vast dat X bv een boek van A heeft uitgegeven, en dat O, die de distributie verzorgde, daarvoor in juni 2013 en oktober 2013 nota's heeft uitgereikt aan X bv. X bv heeft volgens het hof dan in beginsel recht op aftrek van de gehele voorbelasting, omdat X bv aantoont dat zij een voornemen had tot het verrichten van belastbare handelingen. Voor wat betreft de advocaatkosten is het hof het echter met de inspecteur eens dat X bv slechts recht heeft op aftrek van 60% van de voorbelasting op die kosten. De advocaat is in een aantal zaken namelijk niet alleen als gemachtigde van X bv opgetreden, maar ook voor andere belanghebbenden, waaronder A. Het gelijk is aan X bv die € 1519 aan btw terugkrijgt.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15