De Hoge Raad oordeelt dat FE X op het tijdstip waarop de winnaar de overeengekomen vergoeding betaalt de BTW wordt verschuldigd over die vergoeding. Of de winnaar van de veiling deze boeking of bestelling niet of niet tijdig verricht is niet van belang voor de BTW-heffing.

De vennootschappen die tot de fiscale eenheid X behoren bieden een internetveiling voor consumenten aan via een website. De producten die de consumenten kunnen winnen betreffen vrijetijdsproducten zoals een verblijf op een vakantiepark of een verblijf in een hotel. Nadat de winnaar van de veiling het winnende bod gestand doet, verstrekt FE X een digitale bon. Als hij vervolgens tijdig het product boekt of bestelt, geeft FE X de aanbieder van het product opdracht tot uitvoering van de prestatie. FE X treedt in overleg met de inspecteur over de BTW-gevolgen van no shows. Partijen sluiten daarover VSO’s. FE X procedeert vervolgens over de BTW-teruggaaf van de no shows. Hof Amsterdam oordeelt dat een no show een aan de BTW-heffing onderworpen prestatie vormt. FE X gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat FE X op het tijdstip waarop de winnaar de overeengekomen vergoeding betaalt de BTW wordt verschuldigd over die vergoeding. Het door de winnaar te betalen bedrag moet worden aangemerkt als de tegenprestatie voor een individualiseerbare prestatie. Dat vervolgens een bon wordt verstrekt is niet van belang. Ook is niet van belang dat FE X eist dat de winnaar binnen een bepaalde periode een boeking of bestelling op de website moet verrichten. Of de winnaar van de veiling deze boeking of bestelling niet of niet tijdig verricht is ook niet van belang voor de BTW-heffing. Het beroep in cassatie van FE X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 14

Wet op de omzetbelasting 1968 13

Wet op de omzetbelasting 1968 1

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Omzetbelasting

Editie: 3 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

796

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen