Belanghebbende, X, drijft met zijn partner in maatschapsverband twee ondernemingen. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur aan X en de partner navorderingsaanslagen IB/PVV en aan een van de bedrijven een naheffingsaanslag omzetbelasting op. X maakt tegen de aanslagen bezwaar en wanneer een beslissing op bezwaar uitblijft, stelt X de inspecteur in gebreke en stelt hij op 21 maart 2016 beroep in tegen het niet tijdig beslissen. Op 25 april 2016 stuurt de inspecteur naar X een concept en op 26 mei 2016 de definitieve uitspraak op bezwaar. X stelt dat er geen sprake is van een uitspraak op bezwaar, omdat niet wordt ingegaan op zijn bezwaren tegen de IB/PVV.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt in een tussenuitspraak dat de schending van de hoorplicht en het motiveringsgebrek er niet aan afdoen dat de inspecteur uitspraak op bezwaar heeft gedaan. Dit blijkt onder meer uit de titel van het geschrift en de rechtsmiddelverwijzing. Dat in de uitspraak alleen ingegaan is op de bezwaren omzetbelasting en niet ook op de aanvullende bezwaren die in de bezwaarschriften met betrekking tot de navorderingsaanslagen IB/PVV zijn vermeld, kan daaraan niet afdoen. De rechtbank past de bestuurlijke lus toe om de inspecteur in de gelegenheid te stellen de schending van de hoorplicht en het motiveringsbeginsel te herstellen.
Lees ook het thema Navordering.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Algemene wet bestuursrecht 8:51a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 17 oktober