X heeft een vrijstaande woning en schuur en vraagt in januari 2020 een omgevingsvergunning aan voor de bouw van een nieuwe schuur. De gemeente constateert dat ook sprake is van gebruik van grond dat in strijd is met het bestemmingsplan, en breidt de aanvraag op dit punt uit. De gemeente constateert dat de schuur niet zal mogen worden gebouwd en adviseert X de vergunningsaanvraag in te trekken. In maart 2020 wijst de gemeente de vergunningsaanvraag af en brengt € 1.268,80 aan leges in rekening. X gaat in hoger beroep tegen deze aanslag.
Hof Den Haag oordeelt dat de gemeente de aanvraag omgevingsvergunning in behandeling heeft genomen. Dit geldt zowel voor de nieuwe schuur als het gebruik van grond in strijd met het bestemmingsplan. De gemeente heeft als zodanig een dienst verleend waarvoor leges zijn verschuldigd. De aanslag is derhalve terecht opgelegd aan X. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 9 juni