De Poolse Belastingdienst is van mening dat op de door B. sp. j. in 2012 - 2014 verrichte diensten het BTW-tarief van 23% van toepassing is. In 2016 komt de Belastingdienst hier op terug en stelt vast dat het tarief van 8% van toepassing is. B verzoekt vervolgens om teruggaaf van de te veel afgedragen BTW. De fiscus weigert echter tot teruggaaf over te gaan omdat de maatstaf van heffing alleen kan worden herzien wanneer de betreffende transactie is bevestigd door middel van een BTW-factuur. Bij niet-gefactureerde verkooptransacties, zoals bij B, bestaan geen wettelijke regelingen die voorzien in de mogelijkheid om de maatstaf van heffing en de verschuldigde belasting te herzien. De Poolse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat Polen in strijd met het EU-recht handelt door B geen BTW-teruggaaf te verlenen. Het is namelijk in strijd met het EU-recht om herziening van de verschuldigde BTW te weigeren wanneer voor de prestatie geen BTW-facturen zijn opgesteld maar alleen kassabonnen zijn uitgereikt. Bij een overeengekomen vaste vergoeding met een eindverbruiker is de belastingplichtige hoe dan ook niet ongerechtvaardigd verrijkt.
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Rubriek: Omzetbelasting, Europees belastingrecht
Editie: 20 november
Informatiesoort: VN Vandaag