Advocaat-generaal Koopman concludeert dat het oordeel van het hof onbegrijpelijk is. Volgens de A-G had het hof moeten onderzoeken of het door de inspecteur verkregen bewijsmateriaal het uitsluitend en rechtstreeks gevolg is van de onrechtmatige (verwerking van de) tip.

In verband met zijn emigratie naar Zwitserland in 2001 is aan X een conserverende IB-aanslag opgelegd in verband met de fictieve vervreemding van zijn ab in B BV. In 2011 wordt de conserverende aanslag kwijtgescholden, waarop X de aandelen B BV voor € 21,4 mln verkoopt. In 2015 ontvangt de inspecteur per e-mail de tip dat X niet naar Zwitserland is geëmigreerd en legt hij een IB-navorderingsaanslag 2011 op aan X. X is het hier niet mee eens. Na enkele procedures over de te verstrekken gegevens, is uiteindelijk onder andere in geschil of het recht van X op een eerlijk proces is geschonden en of zijn woonplaats in Nederland is gelegen. De inspecteur blijft daarbij op zijn standpunt staan dat hij bepaalde stukken niet wil schonen. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat alle bewijsmiddelen die de inspecteur met betrekking tot de woonplaats van X heeft ingebracht tot bewijs moeten worden uitgesloten. Dit leidt er toe dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X in Nederland woont. Verder kent het hof aan X een integrale proceskostenvergoeding van € 80.000 toe. De staatssecretaris en X gaan in cassatie.

Advocaat-generaal Koopman concludeert dat het oordeel van het hof onbegrijpelijk is. Volgens de A-G had het hof moeten onderzoeken of het door de inspecteur in de loop van het woonplaatsonderzoek verkregen bewijsmateriaal het uitsluitend en rechtstreeks gevolg is van de onrechtmatige (verwerking van de) tip. De A-G gaat daarbij onder andere in op het leerstuk ‘fruits of the poisonous tree’ (vruchtenleer) in het belastingrecht. Ook komt de ‘zozeer indruist’-jurisprudentie aan de orde. Als de Hoge Raad het standpunt van de A-G volgt heeft dit verder nog tot gevolg dat de grond ontvalt aan de toekenning van de integrale proceskostenvergoeding. De A-G adviseert de Hoge Raad om het beroep in cassatie van de staatssecretaris gegrond te verklaren en de zaak te verwijzen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit proceskosten bestuursrecht 2

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

Algemene wet bestuursrecht 8:29

Instantie: Hoge Raad (Parket)

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 25 december

Informatiesoort: VN Vandaag

24

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen