![](/media/ijujdzip/contantgeld.jpg)
Er is onderzoek gedaan naar de aanmerkelijkbelangvariant van de lucratiefbelangregeling. Zo is onderzocht of een alternatieve vormgeving mogelijk en wenselijk is. In het voorjaar van 2025 wordt een internetconsultatie van twee varianten gestart. Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën stuurt het onderzoek aan de Tweede Kamer, dat is gehouden naar aanleiding van de motie Idsinga.
De volgende twee varianten voor een andere vormgeving van de lucratiefbelangregeling zijn nader onderzocht:
a. een heffing in box 1 via de loonbelasting of resultaat uit overige werkzaamheden (de huidige hoofdregel); en
b. een heffing in box 2 met een multiplier voor lucratief belang.
Beide varianten hebben uitvoeringsgevolgen voor de Belastingdienst. Het is onzeker of een gewijzigde lucratiefbelangregeling ook onder de Nederlandse belastingverdragen geëffectueerd kan worden. Daarnaast heeft de huidige lucratiefbelangregeling voor duidelijkheid en rechtszekerheid gezorgd en leidt deze tot stabielere belastingopbrengsten. Het advies is om op korte termijn geen wijziging in de huidige lucratiefbelangregeling aan te brengen.
De huidige lucratiefbelangregeling biedt belastingplichtigen de mogelijkheid dat deze voordelen onder bepaalde voorwaarden zijn belast in box 2. Dat tarief is lager dan het tarief in box 1.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.92b
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 14 februari
Informatiesoort: VN Vandaag