Belanghebbende, X, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen een WOZ-beschikking 2017. Omdat een machtiging ontbreekt en het bezwaar niet is gemotiveerd, stelt de gemeente X een aantal malen in de gelegenheid deze verzuimen te herstellen. Als de gemachtigde niet reageert, besluit de heffingsambtenaar het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. In geschil is of dit terecht is.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar het bezwaar niet-ontvankelijk mocht verklaren hoewel hij X in de verzuimherstelbrief hiervoor niet expliciet heeft gewaarschuwd. Weliswaar brengt het zorgvuldigheidsbeginsel mee dat het bestuursorgaan een dergelijke waarschuwing geeft en kan, indien dat niet gebeurd is, in de regel het bezwaar niet niet-ontvankelijk worden verklaard. Maar in dit geval is er aanleiding om een uitzondering op deze regel te maken, omdat X wordt bijgestaan door een professioneel gemachtigde met veel ervaring in het bestuursprocesrecht. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:6
Algemene wet bestuursrecht 6:5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 27 maart