Rechtbank Den Haag oordeelt dat op een verzoek om WOZ-informatie niet de Wet open overheid van toepassing is maar de Wet WOZ.
X vraagt met een beroep op de Wet open overheid (Woo) om verschillende documenten over de WOZ-waarde van zijn pand. De heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland verwijst naar de vindplaats van een aantal documenten en wijst voor de overige documenten het Woo-verzoek af. In geschil is of de afwijzing terecht is.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat op een verzoek om WOZ-informatie niet de Wet open overheid van toepassing is maar de Wet WOZ. Wanneer een wet niet wordt genoemd in de bijlage bij de Woo kan volgens de wetgever een bijzonder regime voorrang hebben op de Woo. Uit de wetsgeschiedenis van de Verzamelwet BZK 20XX volgt dat de openbaarmakingsregeling uit de Wet WOZ (opnieuw) als uitputtend moet worden aangemerkt, en dat de openbaarmakingsregeling moet worden toegevoegd aan de bijlage bij de Woo. Het bijzondere regime van de Wet WOZ prevaleert boven het algemene regime van de Woo. De rechtbank acht het ook relevant dat art. 40 Wet WOZ eerder door de Raad van State is aangemerkt als een bijzondere, uitputtende openbaringsmaatregel (ABRvS 7 augustus 2013, ECLI:NL:RVS:2013:629, V-N 2013/54.4). Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 40b
Wet waardering onroerende zaken 40a
Wet waardering onroerende zaken 40
Instantie: Rechtbank Den Haag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Waardering onroerende zaken
Editie: 18 september
Informatiesoort: VN Vandaag