X is eigenaar van een onroerende zaak bestaande uit een vrijstaande woning met een stal/nachtverblijf (bijgebouw). In geschil is de WOZ-waarde 2017. Niet in geschil is dat de woning sloopwaardig is en geen waarde heeft. Rechtbank Noord-Holland verlaagt de WOZ-waarde van € 223.000 naar € 222.000.
Hof Amsterdam oordeelt dat de verplichting van een bestuursorgaan om processtukken in het geding te brengen niet geldt voor openbaar toegankelijke stukken zoals de landelijke WOZ-taxatiewijzers. Alleen als de informatie uit de taxatiewijzers wordt opgeslagen, bewerkt of verwerkt behoort die informatie tot de op de zaak betrekking hebbende stukken als bedoeld in art. 8:42 Awb maar dat is hier gesteld noch gebleken. Met de verwijzing naar de eenheidsprijzen van bijgebouwen uit de taxatiewijzer heeft de heffingsambtenaar de waarde van het bijgebouw aannemelijk gemaakt. X heeft haar stelling dat het bijgebouw geen waarde heeft, niet aannemelijk gemaakt. De waarde van de grond (een bouwkavel) is volgens het hof eerder te laag dan te hoog. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 5 februari