Hof Amsterdam oordeelt dat de beledigingen van de heer A een dermate ernstige verstoring van de goede procesorde zijn, dat alle betreffende stukken in zijn geheel buiten beschouwing zullen blijven en dat A als gemachtigde wordt geweigerd.

X bv heeft twee BPM-zaken in hoger beroep lopen. Voor die zaken wordt zij vertegenwoordigd door de heer A, die in het verleden al veelvuldig is gemaand en geweigerd vanwege zijn onbetamelijke taalgebruik. Desondanks blijft A doorgaan met het indienen van stukken die zijn doorspekt met grievende uitlatingen en beledigingen.

Hof Amsterdam oordeelt dat de beledigingen van A een dermate ernstige verstoring van de goede procesorde zijn, dat alle betreffende stukken in zijn geheel buiten beschouwing zullen blijven en dat A als gemachtigde wordt geweigerd. Deze tussenuitspraak wordt zowel naar aan A als naar X bv gestuurd. X bv wordt in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken een andere gemachtigde aan te wijzen. Voor de vraag of de onderhavige zaken binnen een redelijke termijn worden behandeld, heeft te gelden dat de vertraging geheel voor rekening van X bv komt. De vertraging is namelijk het gevolg van het onaanvaardbare gedrag van haar gemachtigde.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 20 april

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen