Advocaat-generaal Koopman verzoekt de Hoge Raad zijn rechtspraak te heroverwegen over de onmogelijkheid om zonder rechterlijke tussenkomst een uitspraak op bezwaar in te trekken of te wijzigen.

Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen de door hem betaalde omzetbelasting, maar de inspecteur verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. X gaat in beroep en voert daar aan dat hij ten onrechte niet is gehoord. De inspecteur erkent de schending van de hoorplicht en stelt voor de zaak terug te verwijzen. Rechtbank Noord-Nederland verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet op tijd betalen van het griffierecht. In verzet voert X aan dat verwijzing was afgesproken en dat hij daarom het griffierecht niet heeft betaald. De rechtbank acht het verzet niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang omdat de inspecteur heeft toegezegd het bezwaar alsnog te behandelen en het (te laat betaalde) griffierecht te vergoeden. De verzetsrechter gaat er dus vanuit dat de inspecteur bevoegd was om zonder rechterlijke tussenkomst voor de tweede keer uitspraak op bezwaar te doen.

Advocaat-generaal Koopman verzoekt de Hoge Raad zijn rechtspraak te heroverwegen over de onmogelijkheid om zonder rechterlijke tussenkomst een uitspraak op bezwaar in te trekken of te wijzigen. De rechtbank gaat in de uitspraak op verzet er vanuit dat een tweede uitspraak op bezwaar mogelijk is. Dit sluit aan bij de rechtspraak van andere hoogste bestuursrechters, maar wijkt af van de jurisprudentie van de Hoge Raad. De Hoge Raad bevestigt zijn standpunt hierover in een arrest van 20 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT1516, BNB 2012/105V-N 2012/7.8, ondanks een eerdere oproep van A-G IJzerman om de lijn van andere bestuursrechters te volgen. Begin 2023 riep Rechtbank Oost-Brabant de Hoge Raad op om zijn rechtspraak over de tweede uitspraak op bezwaar te herzien, gezien de knellende gevolgen en de hoge werkdruk in de rechtspraak (Rb. Oost-Brabant 24 februari 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:797, V-N 2023/22.2.7). In deze conclusie steunt de advocaat-generaal deze oproep en adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep gegrond te verklaren en de zaak opnieuw te laten behandelen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:19

Algemene wet bestuursrecht 6:18

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 21 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

1889

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen