Belanghebbende, X vof, drijft een optiekwinkel. Haar vennoten zijn A bv en B bv. Enig aandeelhouder en bestuurder van A bv is Y. Enig aandeelhouder en bestuurder van B bv is B Holding bv. Enig aandeelhouder en bestuurder van de holding is X. Y en X zijn gediplomeerde optometristen (BIG-gereguleerd) en zij werken zowel in de optiekwinkel van X vof als in die van B bv. Onder verwijzing naar HR 12 september 2014, nr. 13/01640, V-N 2014/45.16 stelt X vof dat zij voor juni 2014 en december 2015 recht heeft op een teruggaaf van een deel van de reeds op aangifte voldane btw. Volgens X vof hanteert zij namelijk een 'all-inclusive' prijs voor meerdere te onderscheiden verrichte hoofdprestaties, te weten de met btw-belaste levering van de optische middelen en de vrijgestelde optometrische diensten. Daarnaast worden ook losse oogonderzoeken verricht.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de oogmeting als bijkomende prestatie opgaat in de hoofdprestatie, zijnde de btw-belaste levering. X vof maakt niet aannemelijk dat zij tegen betaling diensten verricht die onder de vrijstelling van art. 11 lid 1 onderdeel g sub 1 Wet OB 1968 vallen. X vof beroept zich vergeefs op het vertrouwensbeginsel. Weliswaar erkent de inspecteur dat hij tijdens het hoorgesprek kan hebben gezegd dat X vof een 'goed verhaal' heeft, maar hieruit kan X vof redelijkerwijs niet het vertrouwen ontlenen dat een btw-teruggaaf zou volgen. Haar beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt ook, aangezien het te algemeen gesteld is. Het beroep van X vof is slechts gegrond omdat haar bezwaar met betrekking tot juni 2014 ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 28 december