De heer X verhuist in 2004 naar Curaçao. In 2009 keert hij terug naar Nederland. In 2012 verhuist X vervolgens naar Zwitserland. In geschil is of terecht informatiebeschikkingen zijn genomen met betrekking tot de IB-heffing van 2009, 2010 en 2011 en in het bijzonder de betrokkenheid van X bij een stichting op Curaçao. X beschikt over de oprichtingsrechten daarvan en is er toezichthouder. De stichting verwerft deelnemingen in diverse vennootschappen en schenkt in december 2008 € 5.000.500 aan X. Ter uitvoering daarvan zijn de deelnemingen gedoneerd aan J nv, waarvan X alle aandelen houdt. Niet in geschil is dat X de door de inspecteur gestelde vragen niet (volledig) heeft beantwoord en dat de verzochte informatie niet is verstrekt.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X toegang had tot de administratie van de stichting en dus meer informatie over de deelnemingen had. Als X door zijn eigen toedoen inmiddels niet meer over de stukken kan beschikken, dan is dat voor zijn rekening en risico (vgl. HR 10 februari 2017, 16/01377, V-N 2017/9.6). X stelt vergeefs dat de stukken zijn opgevraagd en dat derden daaraan geen medewerking willen verlenen. Uit de reacties van die derden blijkt dat namelijk niet. Rond de overdracht van de deelnemingen staat vast dat hierover - waarschijnlijk ook per email - is gecommuniceerd. Er is dus geen sprake van een 'fishing expedition'. De informatiebeschikkingen zijn ook terecht met betrekking tot box 3. X heeft in zijn aangiften alleen bedragen ingevuld en geen rekeningnummers of meer toelichting gegeven. X wordt in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken alsnog meer informatie over zijn box 3 bezittingen te verstrekken. De beroepen van X zijn ongegrond.

Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a