X doet in een reeks van jaren samen met haar partner aangiften inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. De inspecteur ontdekt dat de partner buitenlands vermogen heeft dat niet in de aangiften is opgenomen en vordert de niet geheven belasting na. Daarbij legt de inspecteur vergrijpboetes op. X komt in bezwaar. Na aandringen volgt een afwijzende uitspraak op bezwaar zonder dwangsombeschikking. X komt in beroep.
Rechtbank Gelderland oordeelt – in lijn met de recente jurisprudentie van de Hoge Raad – dat de inspecteur niet overtuigend heeft aangetoond dat eiseres op de hoogte was van het buitenlands vermogen van haar partner. Van opzet is daarom geen sprake. De rechtbank vernietigt de opgelegde vergrijpboetes. Verder stelt de rechtbank zelf een dwangsom vast wegens het niet tijdig beslissen op de bezwaren.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 15 juni