Stichting X organiseert op Vlieland jaarlijks een groot driedaags festival. In geschil is of X per 1 januari 2012 is aan te merken als algemeen nut beogende instelling (anbi). Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur het verzoek van X terecht heeft afgewezen. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 4 februari 2014, 13/00723, V-N 2014/19.1.3) oordeelt dat met de activiteiten van X in hoofdzaak de particuliere consumptieve belangen van de bezoekers wordt gediend. Het festival is namelijk voor de bezoekers eerst en vooral een vakantie in een fraaie omgeving. Deze onderscheidt zich van andere vakanties doordat er gedurende het verblijf kan worden genoten van muziek, film en kunst. De activiteiten van X voldoen dus niet aan de zogenaamde kwantitatieve toets. In het midden kan dus blijven of en in welke mate de activiteiten van X algemeen nuttig zijn. Het beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 5b
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Schenk- en erfbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 27 januari