Belanghebbende, X bv, maakt orthopedische en semi-orthopedische schoenen. In geschil is of X voor de orthopedische aanpassingen van confectieschoenen terecht het lage btw-tarief van 6% (tabelpost I a-35) toepast. Haar klanten kopen de schoenen zelf in de winkel en brengen deze naar X bv. Volgens X bv is sprake van oplevering van nieuw vervaardigd orthopedisch schoeisel. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant maakt X bv niet aannemelijk dat door de aanpassingen de oorspronkelijke functie in die mate wijzigen dat gesproken kan worden van vervaardiging van nieuwe schoenen. X bv gaat in hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X bv in wezen nieuwe schoenen maakt omdat zij een goed vervaardigt dat tevoren niet bestond. Alles wat de oorspronkelijke en de aangepaste schoenen nog gemeen hebben, is namelijk de zichtbare bovenkant en het dunne stukje leer waaraan dat gehecht is. Er kan dus een parallel getrokken worden met een onroerende zaak waarvan alleen de zichtbare gevel blijft staan en voor het overige alles wordt afgebroken en opnieuw opgebouwd. Daarom resulteren de aanpassingen in nieuw vervaardigde schoenen (tabelpost I b.16). Het beroep van X bv is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 18 maart